Kaat Lens
De intro van ‘My Best Friend’ van Werner Herzog deed me enorm denken aan die ene gruwelijke scene in ‘The Square’ van Ruben Ostlund. Dan heb ik het over een grote intelligentie maar waar de toeschouwers een zeer choquerend performance krijgen.
Misschien ligt daar wel de grens tussen verleiding en afstoting, want iets verleidend kan even choquerend zijn als iets afstotend. Zoals iedereen wil ik diep opgaan in de verleiding van bijvoorbeeld films met Jane Birkin en Serge Gainsbourg, maar bepaalde onderwerpen kunnen je dan nog altijd triggeren waardoor de film weer afstotend kan worden. Als mens en als negentienjarige zijn we simpelweg makkelijk aangetrokken door iets afstotend. Bijvoorbeeld een gevecht op straat, het is degoutant maar toch verleidelijk. Mensen blijven tenslotte nog altijd gewoon ramptoeristen, of je dat nu graag hoort of niet, het zei zo.
Toen ik keek naar ‘Multiple Maniacs’ van John Waters kon ik zeggen dat het afstotend was, door het degoutante van het overgeven en het neuspeuteren wat me enorm triggerde. Ook kwam ik pas laterachter tot dat dit al een tijdje geleden is gefilmt en de mensen toen nog preutser waren dan ze nu al zijn en er veel meer taboe bestond rond seksualiteit. Ik kreeg een appreciatie en keek dan toch maar verder.
Verleiding bestaat dus niet alleen als iets mooi, ideaal of als schoonheid. Menselijkheid speelt daar ook een grote rol in, je wilt altijd meer weten dan je al weet dus blijf je maar gewoon luisteren en kijken. Zo kan een extreme en zeer gedramatiserende vorm van acteren ook aantrekkelijk worden.(gelukkig niet altijd)
Afstoting kan verleiding zijn en verleiding kan afstoting zijn, maar kitsch kan geen Camp zijn. Of toch wel?